fbpx

Het energiebedrijf AZTEQ, gevestigd in EnergyVille in Thor Park, het Genkse onderzoekscentrum voor hernieuwbare energie, gaat proefinstallaties met zonnespiegels opstellen in Oostende, Genk en Antwerpen. Die produceren geen stroom zoals zonnepanelen maar groene warmte die gebruikt kan worden door grote bedrijven.

Volgens Kari Ven van AZTEQ gaat het om een baanbrekende warmtetechnologie die nooit eerder in ons land is toegepast. De realisatie van de drie zonneparken zal 1,425 miljoen € kosten. De Vlaamse regering geeft 819.000 € steun aan het project.

Vlaams minister van Energie Bart Tommelein verklaart dat nieuwe technologieën alle kansen verdienen en verwacht veel van dit project. In een zonnespiegelpark wordt het zonlicht via parabolische spiegels geconcentreerd, waardoor hoogwaardige warmte vrijkomt met temperaturen die veel hoger liggen dan bijvoorbeeld bij een zonneboiler.

Er wordt gewerkt met parabolische spiegels van elk 5 m lang die in lijnen van 120 m worden opgesteld. Elke parabool heeft een brandpunt en door die brandpunten op één lijn op te vangen kunnen temperaturen tot 400° C worden bereikt. Die warmte kan worden gebruikt bij industriële processen in brouwerijen of in chemische fabrieken. Die bedrijven halen vandaag hun warmte uit de verbranding van gas of olie, maar de zonnespiegelwarmte is dus volledig groen. 

De drie testprojecten die de firma AZTEQ mede dankzij de investeringssteun zal opstellen, hebben allemaal hetzelfde vermogen maar telkens andere toepassingen. Het bedrijf wil op die manier expertise opbouwen en data verzamelen over de warmteopbrengst, de mogelijke toepassingsgebieden, de integratie van bestaande systemen en de inplanting in de omgeving. In totaal zullen deze drie installaties 1.390 MWh bijkomende groene warmte produceren per jaar.

In Oostende komt de installatie op een oud industrieterrein. De groene warmte zal worden gebruikt door het chemiebedrijf Proviron. De warmte die hier nodig is, bedraagt 180° C. In Antwerpen is het havenbedrijf ADPO uit Kallo afnemer voor de opslag van verwarmde vloeistoffen. Zij hebben warmte nodig boven 140° C. De parabolische spiegels komen boven de parking en de spoorweg en onder een hoogspanningslijn. De derde installatie wordt neergezet op de terreinen van het wetenschapspark Thor in Genk. Daar zal de hoogwaardige warmte onder meer worden gebruikt in een proeflaboratorium voor ORC-installaties (Organic Rankine Cycle) en voor de verwarming van gebouwen aangesloten op een warmtenet.

“Met deze testinstallaties geven we de productie van groene warmte in Vlaanderen de komende jaren een boost. De energiewereld evolueert razendsnel. Als Vlaamse overheid geven we nieuwe technologieën graag een duwtje in de rug tot ze marktrijp zijn. Hernieuwbare energie is immers goed voor onze gezondheid én zorgt voor jobs. De meeste investeringen in zonnepanelen en windparken dienen enkel voor de behoefte van gezinnen, maar het zijn net de energie-intensieve bedrijven die goed zijn voor twee derde van het totale energieverbruik”, aldus minister Tommelein.

“Daarom bouwen we de zonnespiegelparken ook dicht bij de afnemers. Het gaat nu nog om relatief kleine projecten van elk zowat 1.100 m² groot. We willen vooral de betrouwbaarheid van de technologie aantonen. In Noord-Afrika werden al soortgelijke projecten opgezet en ook in Denemarken en Zuid-Frankrijk lopen testprojecten met zonnethermie. De onderdelen van de zonnespiegelinstallaties zijn pas nu goedkoop genoeg om concurrentieel te kunnen zijn en er gebeurden de jongste jaren grote verbeteringen op het vlak van energie-efficiëntie. Eén van de grote troeven van ons zonnethermiesysteem is bv. dat tegen een concurrentiële prijs zonnewarmte opgeslagen kan worden om de warmtebehoeften ook ’s nachts te dekken. Het is aan ons om te bewijzen dat deze technologie overal in Europa en zelfs wereldwijd bruikbaar is. Het vergroenen van de industriële warmtebehoefte, voor de productie van bijvoorbeeld stoom op hoge druk en temperatuur, leidt niet enkel tot een wezenlijke  vermindering van de CO2-uitstoot, maar helpt ook de energiefactuur voor onze bedrijven te verminderen en creëert duurzame arbeidsplaatsen”, besluiten Koen Vermout, ceo van AZTEQ, en mede-oprichter Kari Ven.

Bron